NVvV voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVvV ledencontent.

06 juni 2025

ECST-2 daagt traditionele benadering van carotisstenose uit!

De interimresultaten van de Second European Carotid Surgery Trial (ECST-2), suggereren dat patiënten met een carotisstenose ≥50% en een laag tot gemiddeld risico op een beroerte mogelijk geen extra voordeel halen uit carotisrevascularisatie naast geoptimaliseerde medische therapie (OMT).

In deze multicenter, gerandomiseerde studie werden 428 patiënten geïncludeerd en verdeeld over twee groepen: één kreeg OMT plus directe revascularisatie (CEA of CAS), de andere alleen OMT. De studie includeerde zowel symptomatische als asymptomatische patiënten, mits hun risico op een beroerte laag tot gemiddeld was op basis van de Carotid Artery Risk (CAR) score. Ongeveer een derde van de deelnemers was symptomatisch, wat betekent dat zij eerder een TIA of beroerte hadden doorgemaakt. De overige tweederde was asymptomatisch, maar had wel een significante stenose op beeldvorming.

Na twee jaar follow-up was er geen significant verschil in het gecombineerde eindpunt van beroerte, myocardinfarct of periprocedurele sterfte tussen beide groepen. Dit gold voor zowel de symptomatische als asymptomatische subgroepen, al was de studie nog niet gepowered voor harde subgroepanalyses.

Deze bevindingen roepen vragen op over de noodzaak van chirurgische ingrepen bij patiënten met een laag tot gemiddeld risico, vooral gezien de vooruitgang in medische therapieën sinds eerdere studies zoals ECST en NASCET, die voornamelijk vóór het tijdperk van statines en strikte bloeddrukregulatie plaatsvonden.

Een interessante ontwikkeling binnen ECST-2 is het gebruik van MRI-plaquebeeldvorming om de kwetsbaarheid van plaques te beoordelen. Dit kan in de toekomst mogelijk helpen om beter te selecteren welke patiënten daadwerkelijk baat hebben bij revascularisatie, los van alleen stenosegraad of symptomatologie.
 

> Lees hier het volledige artikel.